Wat is het meervoud van het woord waarnaar je op zoek bent en wat zijn de precieze regels? Dat is de vraag! In het Nederlands kennen we meerdere meervoudsvormen en deze zijn niet altijd even evident. Met behulp van Volkabulaire zetten we hieronder alle regels met betrekking tot het meervoud op een rijtje.
Regels bij het meervoud in het Nederlands
- De meeste zelfstandige naamwoorden eindigen – in het meervoud – op –en.
- Bij woorden die eindigen met een -e, -em, -ie, -er, -el & -en, komt er bij het meervoud aan het einde van het woord (vaak) een -s.
- Als het woord eindigt op twee medeklinkers komt er in het meervoud alleen –en achter.
- Als het zelfstandig naamwoord een lange klank heeft en ook eindigt op één (1) medeklinker, krijgt het bij het meervoud in totaal één (1) klinker en één (1) medeklinker. De regel is dat deze bij het meervoud een komma s (‘s) krijgen.
- Sommige woorden kunnen meerdere meervoudsvormen hebben, zoals het eindigen op zowel –s als op –en. Dit zijn uitzonderingen die je uit je hoofd dient te leren.
- Meervoud bij leenwoorden: leenwoorden uit bijvoorbeeld het Latijn kunnen een andere soort meervoud krijgen (denk aan -e of i).
Zie hier voor voorbeelden en het zoeken van de juiste meervoudsvormen.